Afgrond from Verdronken Hemelen by Afgrond
Tracklist
4. | Afgrond | 11:16 |
Lyrics
Oh begeerlijke vreter der sterren, waar uw nacht’lijk gewaad het licht verstikt.
Uw roep schalt reeds eeuwen van verre,
uw blik zo scherp op onze arbeid gericht.
De angst die hen reeds jaren overmande,
een rilling die snijdt tot het bot!
Zo bouwden zij hun juwelen wanden,
een gouden kooi werd zo ons bitter lot.
En zo het rad blijft jagen zoeken wij naar een waarheid zo tijdloos en puur.
Doch tezamen hebben wij haar tegengif genoten in Lucifers vuur.
Heil Lucifer!
Wij zijn de made die zichzelf een weg door je hart voort vreet.
De holle impressie in het holst der nacht gevuld met wrok en leed.
Ook de dolk en het altaar waarop men gods lam aan stukken reet!
De ware liefde van een ander, met genoeg haat om mijn zijn te erkennen.
Door de kijker van een karabijn of het likken van vuur.
Op dat ik nooit meer wederkeer in vlees vals door klokken gevangen.
Zo slaat weldra mijn laatste uur.
Schreeuw ik dood aan zoon en god,
Hun gevang en woorden rot.
Nagelt hen aan het schavot!
Waarom is’t enkel in’t duister dat het vuur mijn hart verwarmt?
Is het enkel na de kus des doods dat haar liefde ons omarmt?
En zo het rad jaagt zoeken wij een waarheid tijdloos en puur,
doch tezamen hebben wij genoten van lucifers vuur!
Waarom is het enkel in het duister, dat het vuur onze harten verwarmd?
Is het enkel na de kus des doods,
Dat haar liefde ons omarmd?
En zo het rad blijft jagen zoeken wij naar een waarheid zo tijdloos en puur.
Doch tezamen hebben wij het tegengif genoten, in Lucifers vuur.